Risotto met kalfsvlees, kaas, doperwten en munt

  • 4 personen
  • Zeer makkelijk
  • Hoofdgerecht
  • 30-60 minuten
Aan de slag

Bereidingswijze

Stap 1
Doe de vleesblokjes met de kruiden, selderij, wortel, peperkorrels en zout in een pan. Giet er 1 liter koud water bij en breng aan de kook. Zet zodra het water kookt het vuur laag en laat het vlees met het deksel op de pan in een uurtje gaar stoven.

Stap 2
Giet alles door een fijne zeef boven een kom en haal het gare vlees tussen de groente en kruidenresten uit. Houd het vlees en de gezeefde bouillon apart.
?
Stap 3
Verwarm de olijfolie in een pan met dikke bodem en fruit de sjalotten en knoflook zachtjes aan. Doe de risottorijst erbij en roer goed om totdat alle rijstkorrels met een laagje olie zijn bedekt en een beetje gebakken zijn; de rijst mag niet verkleuren!

Stap 4
Giet de wijn erbij en laat op hoog vuur, al roerende aan de kook komen. Zodra de rijst de wijn heeft opgenomen kan de warme bouillon er beetje bij beetje bij. Zorg er voor dat het vuur middelhoog staat zodat de vloeistof blijft pruttelen en blijf de hele tijd roeren!

Stap 5
Als na circa 15 minuten alle bouillon door de rijst is opgenomen mogen de stukjes vlees, zout, peper en doperwten erbij. Laat de risotto nog 5 minuten doorgaren. Proef of de korrels gaar zijn (maar nog wel een beet hebben). Roer als laatste (van het vuur af) de boter erdoor, de gehakte muntblaadjes en de versgeraspte kaas.

Bron: Koken met de Keurslager, 2006, jaargang 20, nr. 1

Ingrediënten

250 g kalfslapjes of -poulet in kleine blokjes van 2 x 2 cm
1 laurierblad
1 takje tijm
1 stengel bleekselderij, in stukjes
1 wortel, in stukjes
2 peperkorrels
1 tl zout
2 el olijfolie
2 sjalotten, gesnipperd
1 teentje knoflook, gesnipperd
300 g risottorijst
1 dl droge witte wijn
zout en peper
150 g doperwten
50 g boter
2 el verse muntblaadjes, gehakt
75 g vers geraspte Parmezaanse kaas

Keukengerei

Pan Zeef Kom Pan met dikke bodem